Gevaarlijke stoffen worden in verschillende gevaarklassen onderverdeeld. Deze klassen geven de belangrijkste risico's weer die van een gevaarlijke stof kunnen uitgaan. Daarnaast zijn er onderklassen die de secundaire risico's beschrijven.
De voorschriften en regelingen op het gebied van gevaarlijke stoffen zijn gebaseerd op de indeling ervan in een bepaalde klasse, groep en stofnummer (UN-nummer). Aan de hand van deze classificaties, alsmede enkele extra aanduidingen, zoals gewicht en verpakkingseenheid, kunnen alle overige belangrijke voorschriften, eigenschappen en vereisten voor het transport correct worden bepaald.
Of het bij te transporteren goederen gaat om gevaarlijke stoffen en hoe deze geclassificeerd moeten worden, beslist de (oorspronkelijke) afzender van de transportgoederen. Hij kent de transportgoederen en de stoffen die erin zitten en kan dus een correcte classificatie doen. Als de fabrikant en de afzender niet identiek zijn, dan dient de fabrikant aan de afzender de vereiste informatie te geven.
De afzender moet alle overige informatie, nodig voor alle betrokkenen bij het transport, ter beschikking stellen.
Bepaalde gevaarlijke stoffen mogen slechts worden getransporteerd, als deze met name zijn genoemd en uitdrukkelijk zijn vrijgegeven voor transport.